Onderzoekers maken digitale gaydar
Onderzoekers maken digitale gaydar
- 2 minuten leestijd
Onderzoekers van Stanford hebben een programma ontwikkeld waarmee ze foto's kunnen checken op seksuele geaardheid. Hoe werkt dat?
Onderzoekers van Stanford zijn erin geslaagd om een programma te ontwikkelen waarmee ze foto's kunnen checken op seksuele geaardheid. Hoe gaat dat in z'n werk?
De twee wetenschappers onderzochten meer dan 300.000 foto's van ruim 75.000 mannen en vrouwen. Van die foto's, afkomstig van datingsites, waren er evenveel homo- als heteroseksueel. Daarbij raadde-ie (bij de mannen) in 81 procent van de gevallen de geslachtsvoorkeur. Bij foto's van vrouwen had de computer het in 71 procent van de gevallen bij het rechte eind. Mensen haalden een score van 61 procent bij de mannen en 54 procent bij de vrouwen.
Hoe dan?
Voor de analyse kijkt het programma naar een aantal gezichtskenmerken. Homoseksuele mannen hebben volgens de onderzoekers een nauwere kaaklijn, langere neuzen, grotere voorhoofden en minder gezichtshaar dan heteroseksuelen. Volgens de onderzoekers baseert de computer zich deels op het verschil in de uiterlijke verzorging tussen homo- en heteroseksuelen.
Lesbiennes hadden gemiddelde genomen een grotere kaaklijn en kleinere voorhoofden dan heteroseksuele vrouwen. Zij gebruikten minder oog-make-up dan hetero's, hadden vaak donkerder haar en droegen minder onthullende kleding. Ook stonden ze minder vaak lachend op de foto dan hun heteroseksuele tegenhangers.
In deze aflevering van De Hokjesman verkent het programma de verschillende manieren waarop lesbiennes zich profileren.
Nederlandse onderzoekers hebben wel een paar bedenkingen bij het onderzoek. Professor informatica Theo Gevers van de UvA zegt dat het onderzoek goed is uitgevoerd, "maar er zitten nog wel de nodige haken en ogen aan". Volgens hem kan de gezichtsherkenningssoftware die zij gebruiken - om de contouren in kaart te brengen - erg onnauwkeurig zijn.
De claim die de onderzoekers maken - dat homoseksualiteit door ons uiterlijk aan te tonen zou zijn - vindt Gevers lastig. "Als de onderzoekers het percentage hormonen in het lichaam zouden combineren met hun resultaten, kan je pas harde conclusies trekken."
Ronald Poppe, universitair docent informatica aan de Universiteit Utrecht, denkt dat er een stuk minder verschillen zullen zijn als er naar foto's wordt gekeken waar iedereen hetzelfde op staat, zoals paspoortfoto's. "Als iedereen in de camera moet kijken, zonder te glimlachen, lijken de foto's meer op elkaar. Dan heb je minder controle over hoe je zelf in beeld komt en hoe je identiteit tot uiting komt."