At iedereen bloembollen tijdens de hongerwinter?
"Wij hebben één keer bloembollen gegeten. Het was walgelijk."
Was de oorlog goed voor uw Duits?
"Het was voor mijn klas niet goed. Je wílde het niet weten, het was één en al verzet."
"Wij hebben één keer bloembollen gegeten. Het was walgelijk."
"Het was voor mijn klas niet goed. Je wílde het niet weten, het was één en al verzet."