Waarom er teleurstellend weinig diversiteit is in Nederlandse films
- Interview
- 30 sep 2016
- 5 minuten leestijd
De uitreiking van het Gouden Kalf is een goed moment om te onderzoeken hoe het toch komt dat er nog steeds een gebrek aan diversiteit in de Nederlandse film- en televisiewereld is. In het derde deel van deze interviewserie: filmmaker Aiman Hassani (28).
Deze maand maakte Aiman Hassani de korte film 12 Angry Arabs, een parodie op de filmklassieker 12 Angry Men. Hierin staat Geert Wilders terecht voor een jury bestaande uit twaalf Arabische mannen, vanwege het verkopen van shirtje met de tekst: ‘Minder, minder, minder.’ We vroegen de filmmaker hoe het toch komt dat er nog steeds geen werkelijke afspiegeling van de Nederlandse samenleving te zien is op het witte doek. En nog belangrijker: wat hij hier aan wil veranderen.
Vorige week stond er een interview met filmmaker Beri Shalmashi in de Volkskrant. “Kijk maar op de website van het Filmfonds. Allemaal witte mensen die bepalen waar het geld naartoe gaat”, schreef ze. Heeft ze een punt?
“Films maken en regisseren gaat om verhalen vertellen. En dat zijn vaak verhalen die gaan over blanke personages. In hun wereld komen één of twee allochtone mensen voor. Het is jammer dat we alleen dit soort verhalen zien, vanuit dat perspectief. Bij Netflix in Amerika zijn ze nu bijvoorbeeld veel geld aan het investeren in makers met een andere achtergrond. Waardoor je ook die andere perspectieven ziet. Gebrek aan diversiteit ligt dus niet alleen aan het Filmfonds, dat is te simplistisch.”
“Toch is het ook nodig dat we eens kritisch naar het Filmfonds gaan kijken. Als filmmaker kan je simpelweg niet om het Filmfonds heen. Omdat ze de subsidies verlenen, kunnen ze zich bemoeien met je scripts en met de personages in je films. Dat is aan de ene kant logisch: de producent wil geld verdienen en vindt risico’s nemen moeilijk. Maar dit maakt het voor regisseurs wel moeilijk om een diverse film te maken, met gelaagde en inhoudelijke rollen voor niet-blanke acteurs. Dit is jammer, want er zijn zoveel mooie verhalen, die om die reden nooit verteld worden in de Nederlandse film. Het Filmfonds wordt betaald door de overheid, dan vind ik ook dat ze een verantwoordelijkheid hebben om een écht divers aanbod in film te geven.”
Hoe ga jij hier verandering in brengen?
“Je hebt geweldige initiatieven in Nederland, zoals het Arab Film Festival en de Roze Filmdagen. Ik vind het alleen jammer dat daar voornamelijk de eigen doelgroep op afkomt: mensen met een Arabische afkomst of mensen uit de LHBT-gemeenschap. Daarom ben ik samen met een groep vrijwilligers het eerste diversiteitfestival in Nederland gestart: The WE Festival in Maastricht. Dit festival draait om diversiteit voor iedereen: Arabisch of Westers, homo- of heteroseksueel, man of vrouw.”
Voor deze interviewserie sprak ik eerder met scriptschrijver Anya Koek en actrice Jouman Fattal. Beiden gaven aan dat typecasting echt een probleem is in de film- en televisiewereld. Hoe kijk jij daar als filmmaker tegenaan?
“Als filmmaker ben ik daar heel bewust mee bezig, zeker omdat ik vroeger ook geacteerd heb. Ik kwam er al snel achter dat de macht van castingbureaus in Nederland niet te onderschatten is. Neem bijvoorbeeld Kemna Casting - het grootste castingbureau van Nederland- die labelt al haar acteurs. Daarmee interpreteren ze je rol: als er een rol binnenkomt voor een ‘Nederlandse jongen van 25’, word ik niet voorgedragen. Dat is onzin, want ik ben ook gewoon een Nederlandse jongen. Maar dat bedoelen ze dan niet. Daarom vind ik het ook heel goed om te zien dat een acteur zoals Achmed Akkabi doorzet en rollen pakt die oorspronkelijk voor witte acteurs bedacht waren. Dan kan je zeggen: verandering heeft soms gewoon wat tijd nodig, maar ik ben nu 28 en wil niet tot mijn 38ste wachten tot er in Nederland eindelijk wat verandering komt.”
Met je film 12 Angry Arabs probeer je die verandering in gang te zetten?
“Ik doe al een paar jaar mee aan het 48 Hour Film Project in Rotterdam. Hier gaan filmmakers de uitdaging aan om in 48 uur een korte film te maken. Het viel me elk jaar op dat de filmposters bijna allemaal roomblank waren. Daar wou ik eens verandering in brengen. Samen met regisseur Besma Ayari verzamelde ik een crew die volledig bestond uit Arabische acteurs.”
En dat is best uniek in de Nederlandse filmwereld.
“Zeker, en daarom is het nodig. Ik zie steeds meer ‘Arabierenangst’ in de samenleving. Voor 12 Angry Arabs maakten wij een Facebookpagina aan, die ongeveer direct uit de lucht gehaald werd. Blijkbaar waren de woorden ‘angry’ en ‘arab’ in de titel genoeg reden om bij Facebook alle alarmbellen te laten rinkelen en onze pagina te verwijderen. Dat is natuurlijk belachelijk en laat mij zien dat we nog veel werk te doen hebben.”
Deze film was dus een soort tegengeluid?
“Precies, maar ik wou expliciet geen pro- of anti-Wildersfilm maken. Ik zie in de media al genoeg polariserende berichten. En hoewel Wilders een grote rol speelt in deze polarisatie, wil ik daar niet aan mee doen. 12 Angry Arabs is een film die twee statements duidelijk maakt: ten eerste dat er echt wat meer diversiteit nodig is in het Nederlandse medialandschap en ten tweede dat er wat meer tolerantie in Nederland moet komen. Tolerantie is een woord dat te pas en te onpas gebruikt wordt, maar eigenlijk heel passief is: je mag hier wel zijn, maar we moeten niet te veel last van je hebben. Zulk soort tolerantie bepleit ik niet, ik zou willen zien dat we actief tolerant zijn en echt luisteren naar elkaar en ruimte geven voor elkaars ideeën.”
Meer weten over Aiman Hassani’s film 12 Angry Arabs? Check de Facebookpagina.